Serviceline Industriële Sensoren
Telefoon +32 3 644 25 00
Serviceline Explosiebeveiliging
Telefoon +32 3 644 25 00

Diagnostic Manager – Inzicht en Functionaliteit

De Diagnostic Manager is de software en interface naar de physical layer van de veldbus. Er wordt gelijktijdig met alle diagnostische modules gecommuniceerd. Het expertsysteem vergaart informatie over elk afzonderlijk segment en levert feedback in tekstvorm - gedaan met gissen! Rapporten, alarmlijsten en historische gegevens kunnen worden geëxporteerd voor een grondige analyse.

Advanced Diagnostics creëert meldingen van het type "onderhoud vereist" of "valt buiten de specificaties". Ze genereren nooit een alarmsignaal aangezien de physical layer van de veldbus zeer stabiel is. Omstandigheden die meerdere waarschuwingsboodschappen teweegbrengen, zijn vaak onschadelijk voor de algemene communicatie. Ze wijzen er slechts op dat actie door onderhoudspersoneel vereist is om de goede werking van de procesinstallatie te garanderen.


Functionaliteit

De voornaamste features en highlights worden hieronder opgesomd, met opgave van de fase waarin ze worden toegepast - Indienstname / Commissioning (C), Bewaking / Monitoring (M) of Foutopsporing / Troubleshooting (T):

  • Expertsysteem (T)
    Identificeert en registreert segmentgedrag, en levert gedetailleerde diagnoses op basis van vroegere praktijkervaringen: Combinaties van diagnostische waarschuwingen worden geïnterpreteerd en aangevuld met informatie in duidelijke tekstvorm die de gebruiker naar mogelijke oorzaken leidt. Het expertsysteem herleidt de hoeveelheid tijd en inspanningen die vereist zijn voor foutopsporing tot een absoluut minimum.
  • Automatisch scannen van tags (C)
    De ADM kan tags en apparaat-ID’s lezen en verwerken in de aanwezigheid van gelijk welke FF-host.
  • Verbeterde inbedrijfstellingswizard (C)
    De inbedrijfstellingswizard begeleidt de gebruiker bij de kwaliteitscontrole van de physical layer. De wizard bepaalt per segment en per apparaat waarschuwingsniveaus voor "onderhoud vereist" en "valt buiten de specificaties”. Bewaking is streng, maar valse alarmsignalen worden vermeden.
  • Historiek (M)
    De ADM neemt op ingestelde tijdsintervallen snapshots, die alle meetwaarden van het segment en van elk apparaat bevatten. Functionaliteit voor inzage of omzetting naar standaard databankopmaak beschikbaar.
  • Verbeterde oscilloscoop (T)
    De oscilloscoop geeft veldbussignalen weer als gedetailleerde golven. De huidige versie heeft meer triggers en neemt automatisch tot 10 afbeeldingen na elkaar. Elke bit en telegram wordt geïdentificeerd met type, waarde, en met bron- en doeladres.
  • Melding van nieuwe apparatuur (C)
    De ADM identificeert nieuwe apparatuur die op het netwerk wordt aangesloten/ Het herinnert gebruikers eraan om de inbedrijfstellingswizard (opnieuw) te runnen.

Metingen

De ADM bewaakt de onderstaande parameters:

  • Staat van de hoofdstroomvoeding
  • Segmentspanning en stroom
  • Aardlek of aardfout
  • Segmentruis
  • Signaalniveau van veldapparaat
  • Signaalpolariteit
  • Signaaljitter
  • Selectie van communicatiestatistieken
  • Lijst van actieve veldapparaten
  • CRC-foutenteller (Cyclic Redundancy Check)
  • Frame-foutenteller
  • Aantal ontvangen frames


Meetwaarden van de physical layer van veldbus: Geregistreerd per veldapparaat en per segment, interpreteert de FieldConnex Diagnostic Manager deze en geeft hij de kwaliteit van de overgedragen signalen weer in eenduidige grafiek- of tekstvorm.

Dankzij het signaalniveau van de Diagnostic Manager kunnen ruis en jitter eenvoudig worden geïdentificeerd.

Signaalniveau
Het signaalniveau is de spanning van het communicatiesignaal dat een apparaat via de veldbuskabel verstuurt. Deze wordt opgewekt door een stroomwijziging, veroorzaakt door het apparaat. Deze stroomwijziging wordt dan “vertaald” of omgezet naar een spanningswijziging die door alle apparaten in de veldbusinfrastructuur kan worden gedetecteerd via de afsluitweerstanden aan het uiteinde van de trunk.

Ruis
Ruis is een ongewenste storing die door een externe bron, zoals bijv. EMI, in de veldbuskabel wordt teweeggebracht.

Jitter
Jitter is de afwijking van het ideale nulpunt van de uitgezonden signaalkromme gedurende de nominale bitduur, gemeten ten opzichte van het vorige nulpunt. Het gaat hier om een uiterst gevoelige meting.

Gelijk welke hardware die op het veldbussegment is aangesloten, beïnvloedt de elektrische karakteristieken van dat segment. Elke wijziging in de aangesloten hardware brengt een verandering in elektrische parameters teweeg, wat op zijn beurt de signaalvorm verandert, en de hoeveelheid jitter verhoogt:

  • Kabels met verkeerde parameters
  • Defecte componenten in een veldapparaat
  • Te veel of te weinig weerstand

In de praktijk blijft een systeem functioneren met hogere jitterniveaus, maar wel met verminderde immuniteit tegen EMI, zoals ruis. De hoeveelheid jitter hangt enkel af van de kwaliteit van de aangesloten componenten.